Wie zijn onze alumni?

VBI staat volgens het staatsblad voor “Vereniging van Bio-ingenieurs van de KU Leuven”. Maar dat is sinds de fusie van de hogescholen, de integratie er van in associaties en de inkanteling van hun “lange opleiding” (de licenciaten, industriëel ingenieurs,…) een achterhaald verhaal. De nieuwe opleidingen tot industrieel ingenieur en biowetenschapper die nu “van” de KU Leuven zijn, worden gebundeld en aangeboden door een nieuwe faculteit in Heverlee, de “Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen”. Een beetje een speciale faculteit, want hoewel haar decenaat in Heverlee huist, geeft ze al haar onderwijs “op locatie”, in de zogeheten “Kullocs” (KU Leuven op locatie). Dat zijn natuurlijk de campussen waar de hogescholen gevestigd zijn: Groep T in Leuven, de Thomas More / KULeuven campus in Geel of Sint-Katelijne-Waver (campus De Nayer), de Odisee / KULeuven campus in Gent, de Vives / KULeuven campus in Brugge etc…

Omwille van de hoge diversiteit aan opleidingen en om puur praktische redenen (locaties,…) heeft die nieuwe faculteit geen “eigen” alumniwerking, zoals de Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen dat wel heeft. Er werd gevraagd aan de alumniverenigingen van de “zusterfaculteiten” (bio-ingenieurswetenschappen en ingenieurswetenschappen) of zij de alumniwerking voor deze nieuwe faculteit en dus ook de nieuwe alumni van deze faculteit willen verzorgen. En VBI en AIKUL gingen op die vraag in.

Een kleine zijsprong: bij de collega’s van de UGent stelde zich dit probleem niet. Daar werd geen nieuwe faculteit opgericht, maar kwamen de hogeschoolopleidingen bij onder de vleugels van de bestaande faculteiten. De biowetenschappers van Melle werden zo deel van de Bio-ingenieursfaculteit op de Coupure. Eén faculteit met meerdere diplomavormen en opleidingen, een niet geringe administratieve en juridische chaos, maar alle alumni voor VBIG, de Gentste tegenhanger van VBI, komen dus ook uit één faculteit. In Leuven komen ze uit twee faculteiten. Same same but different.

In concretu werd afgesproken dat alle “bio”-industrieel ingenieurs (biochemie, milieutechnologie, biotechnologie,…) en de biowetenschappers tot het doelpubliek van VBI horen en de andere “indies” onder de “burgies” AIKUL resorteren. Dat werd ook zo in de statuten aangepast. Een industriëel ingenieur biochemie kan dus zonder problemen lid worden van VBI en krijgt ook, vanaf zijn afstuderen, automatisch de voor hem meest relevante alumni-informatie. En al hij lid mag worden, mag hij ook vast lid van de AV worden en bestuurslid worden.

Hoewel ons onderwijs een erg standvastig (sommigen beweren zelfs “behoudsgezind”) instituut is, is het landschap waar het zich in bevindt constant in beweging. Het is al langer zo dat er een aantal diploma’s door de faculteit Bio-ingenieurswetenschappen werden uitgereikt die geen “bio-ingenieur” als titel droegen. Nu verbreed ook de alumniwerking zich.

VBI heeft niet lang moeten nadenken over die inkanteling en de integratie van de “indies”. Wij hechten veel meer belang aan de kwaliteit van de alumniwerking en de uiteindelijk missie van onze vereniging (alumni informeren, samenbrengen en wakker houden), dan aan de diploma’s en titels van onze leden.

En zo komt het bijvoorbeeld, dat VBI zijn (kempen)zonen al eens uitstuurt om een uitleg te gaan doen over VBI in Geel.